- 6 min lezen
Architecten van luxe vastgoed
Vooral voor de Covid-19-crisis deed de markt voor luxe onroerende goederen het erg goed. Met name in Vlaanderen was er in de maanden voorafgaand aan de lockdown sprake van een stijging van de transacties. Een tiental Belgische architecten richtte zich op een klantensegment bestaande uit vermogende mensen.
Bruno Erpicum, Charly Wittock, Olivier Dwek, Olivier Lempereur en Vincent Van Duysen leggen zich toe op architectuurprojecten van enkele miljoenen euro's. Ze besteden het grootste deel van hun tijd aan de realisatie van luxe projecten. Dankzij de naam van een bekend architect stijgt de waarde van luxe vastgoed. Neem bijvoorbeeld Marc Corbiau: zijn stijl en signatuur dragen bij tot een stijging van de verkoopprijs met 20 tot 30%. Meerdere door Corbiau ontworpen huizen maken integraal deel uit van het Belgische landschap.
Klanten beoordelen onroerend goed vaak alleen maar op basis van de namen van bekende architecten. Het vastgoed dat deze ontwierpen, bezit een waarde die constant blijft of stijgt. Met ontwerpers als bijvoorbeeld Jacques Dupuis of Victor Horta behouden oude huizen een zeer hoge vastgoedwaarde.
De bekendheid van de architect beïnvloedt de marktwaarde van woningen. Een onroerend goed van vijf miljoen euro vergt uiteindelijk voor een gerenommeerd architect ongeveer evenveel werk als het ontwerp van een huis van 500.000 euro.
In beide gevallen zijn de duur en de kwaliteit van het ontwerpwerk vergelijkbaar, bijvoorbeeld met betrekking tot de ruimte, de lichtinval of de communicatie met de opdrachtgever. Bij zeer luxueuze huizen is alleen het ontwerp van de details en het gebruik van specifieke materialen verschillend. Daarom zal de betrokken architect hiervoor een groter budget vragen.
Bruno Erpicum stelt dat een hogere prijs niet noodzakelijk betere architectuur betekent, maar wel dat de klant hogere eisen stelt. Enkele door hem ontworpen huizen kostten één, twee of drie miljoen euro en maakten hem erg trots. Charly Wittock is de oprichter van het AWAA-architectenkantoor. Volgens hem willen Amerikanen vooral vastgoed van hoge kwaliteit. Ze eisen een snelle reactie en weigeren eventuele fouten, gezien de toegenomen waarde van luxe onroerend goed. Deze klanten trakteren zichzelf op een woning met originele architectuur, ontworpen door een gerenommeerd bureau. Willocks klanten wensen projecten die het milieu respecteren en wenden zich daarom tot zijn architectenkantoor.
In het veld blijft Marc Corbiau de onbetwiste meester. Hij legt uit dat tweederde van de huizen die hij ontwierp van eigenaar verandert. De nieuwe eigenaars willen zijn mening over toekomstige aanpassingen. Hij voelt zich gerespecteerd als hem dit wordt gevraagd, maar probeert hun verlangens om alles te veranderen, toch wat te temperen. Hij merkt op dat het succes van een project afhangt van een combinatie van factoren zoals de omgeving, het uitzicht, de locatie en de wensen van de eigenaars.
Zoals veel van zijn collega's heeft Bruno Erpicum zijn faam internationaal gevestigd. Hij legt uit dat men voor een ideaal huis verouderde elementen en alle vormen van decoratie moet elimineren. Men moet bijvoorbeeld het plafond helemaal vernieuwen. Ook de berekening van de verhoudingen moet zeer nauwkeurig zijn, hoewel dit een complexe taak is bij omvangrijke woningen. De ontwerper moet een expert zijn in schaallezen en moet de ruimte, het licht, het perspectief en de materialen begrijpen. Men mag hierin geen enkele fout maken, omdat anders het hele werk wordt verstoord.
Omdat ze geen rekening moeten houden met een beperkt budget, kunnen de architecten van luxe vastgoed diepgaand onderzoek doen en streven naar differentiatie. Zeldzame materialen hoeven niet over het hoofd te worden gezien. Volgens Charly Wittock laten rijke klanten hem toe om zich te concentreren op alle details en de beste vakmensen aan te werven. Hij voelt zich aangemoedigd door de mogelijkheden om unieke projecten vorm te geven.
De kans om zich toe te leggen op alle details geeft de architecten een ware voldoening. Bruno Erpicum heeft er veel genoegen in om de bijzonderheid van elk project voor te stellen, bijvoorbeeld met betrekking tot de materialen, energieprestaties of domotica.
Deze architecten worden veel gevraagd, ondanks het dalende aantal bouwkavels. Marc Corbiau bevestigt dat het grote vermogen van rijke klanten hen alle mogelijkheden biedt, terwijl Charly Wittock tegenwerpt dat communicatie de vraag bevordert.
Individuele woningen vertegenwoordigen niet langer het enige inkomen van de architecten. De markt voor luxe onroerend goed verandert omdat individuele eigenaars moeilijker een bouwvergunning krijgen. Ontwikkelaars doen steeds vaker een beroep op hen voor prestigieuze projecten met grote gebouwen of appartementen. Hun toekomst blijft nog steeds veelbelovend.
Je bent misschien ook geïnteresseerd in