Wat de wereld aan België te danken heeft

De Vlaamse schilderkunst

België staat sinds de middeleeuwen bekend om zijn voortreffelijke schilders. Men beschouwt de Vlaamse schilder Jan Van Eyck (ca. 1390 - 1441) als de uitvinder van het schilderen met olieverf op een houten drager. Vanaf de 15de eeuw kenden Vlaamse schilders die gespecialiseerd waren in deze techniek erg veel succes in gans Europa. Deze begaafde kunstenaars zorgden ervoor dat de renaissancestijl, die ontstond in Italië, verspreid werd over Noord-Europa. Ze creëerden ook enkele van de meest illustere meesterwerken uit hun tijd, geschilderd met olieverf. Van de grote Vlaamse meesters van de 16de eeuw kenden sommigen heel wat navolging, zoals Rogier van der Weyden, Quentin Matsys, Robert Campin en de familie Bruegel.

De invloed van de Belgische kunst op de Europese cultuur nam in de daaropvolgende eeuwen zeker niet af. Tijdens de opkomst en de ontwikkeling van de barokstijl in de 17de eeuw speelden de Vlaamse schilders nog steeds een erg belangrijke rol. Onder hen waren enkele van de meest gerespecteerde kunstenaars van hun tijd, aangevoerd door de wereldberoemde Peter Paul Rubens. Ook in de 20ste eeuw bracht België grote namen voort in de wereld van de kunst. Bij het ontstaan van de surrealistische beweging onderscheidde de Belgische schilderkunst zich opnieuw. De werken van René Magritte en Paul Delvaux werden beroemd over heel de wereld.

De cartografie van Mercator

De Mercatorprojectie die vandaag nog steeds wordt gebruikt voor het tekenen van kaarten, was een opmerkelijke vooruitgang op het gebied van de cartografie.

Deze uitvinding, waarbij een cilindrische projectiemethode wordt toegepast om de kaart van de wereld weer te geven, werd ontwikkeld in 1569 door de Vlaamse geograaf Gerardus Mercator. Het werk van deze vooraanstaande wetenschapper verving al snel de oudere cartografische projectiesystemen. Kaarten getekend volgens de Mercatorprojectie waren nauwkeuriger en gebruiksvriendelijker voor de scheepvaart van die tijd, en verspreidden zich vanaf het einde van de 16de eeuw over Europa en de rest van de wereld.

De uitvinding van de saxofoon

Kunt u zich jazz voorstellen zonder saxofoons? Het is een weinig bekend feit, maar dit instrument dat onmisbaar is voor elk jazzorkest, werd in 1846 bedacht door een Belgische uitvinder: Adolphe Sax (1814-1894). Het muziekinstrument werd oorspronkelijk ontwikkeld voor gebruik in militaire fanfares. De saxofoon kende een eeuw later zijn glorietijd, toen hij werd gebruikt in het repertoire van alle grote artiesten van de Amerikaanse jazz.

Deze uitvinding van Adolphe Sax (waar hij uiteraard ook zijn naam aan gaf) komt aan bod bij de uitvoering van talrijke orkestwerken, waaronder de meest beroemde. Denk maar aan de Bolero van Ravel, Rhapsody in Blue van Gershwin, L'Arlésienne van Bizet en Romeo en Julia van Prokofiev.

Het Belgisch stripverhaal

Als men vandaag over strips praat, denkt men meteen aan België. Het stripverhaal is niet in België uitgevonden (de eerste strip werd in 1820 in Zwitserland getekend), maar strips zijn wel dankzij Belgische tekenaars wereldberoemd geworden. Vanaf de schepping van 'Kuifje' in 1929, getekend door de Belgische auteur Hergé, ontwikkelde het beeldverhaal zich pas echt in Europa. Vertaald in meer dan 50 talen, is de stripreeks 'De avonturen van Kuifje' een van de beroemdste ter wereld.

Vanaf de jaren 1950 zagen vele Belgische beeldverhalen het levenslicht, getekend en geschreven door auteurs die een echte referentie werden in hun vakgebied. Denk hierbij onder meer aan stripreeksen als Guust Flater (van Franquin), de Smurfen (van Peyo), Lucky Luke (van Morris) of Blake en Mortimer (van Edgar P. Jacobs). In de jaren 1980 behield België zijn leidende positie in de wereld van het beeldverhaal, met name dankzij auteur Jean Van Hamme (met stripreeksen als XIII, Thorgal en Largo Winch).

De Belgische friet

Als er één gerecht is waarbij men onmiddellijk aan België denkt, dan is het wel friet. De uitvinding van frietjes vond waarschijnlijk plaats in de historische Lage Landen, in een gebied dat nu tot Noord-Frankrijk behoort. Belgische friet kenmerkt zich door zijn grote dikte. Meestal wordt friet opgediend samen met mayonaise. De toevoeging van ketchup is nog niet zo lang geleden overgewaaid uit de Verenigde Staten en is van oorsprong zeker geen Belgisch gebruik. Wel typisch Belgisch is de combinatie van frieten met een stuk rundvlees, waar men vervolgens een saus aan toevoegt met groene peper. Ook Archiducsaus of Béarnaisesaus gebruikt men samen met frieten, ook al zijn dit geen Belgische maar Franse sauzen.

Het Belgisch bier

Er zouden meer dan 800 soorten bier bestaan in België. Op het vlak van bier is België ongetwijfeld het meest inventieve land ter wereld, met 180 brouwerijen verspreid over gans het grondgebied. Men kan in België alle types bier vinden die men zich maar kan inbeelden. De bekendste types zijn lagerbier, donker bier, witbier, Vlaams rood bier, lambiekbier, trappistenbier en amberbier. Internationaal gezien is de belangrijkste onderneming in de biersector het Belgische bedrijf AB InBev, dat een kwart van de wereldwijde markt in handen heeft. AB InBev verkoopt beroemde Belgische bieren zoals Stella Artois, Leffe en Hoegaarden.

De chocolade

Chocolade is een andere vermaarde specialiteit in België. Het land is tot in de verste uithoeken bekend om de kwaliteit van zijn chocolade, zowel wat betreft chocoladerepen als pralines. In het begin van de 16de eeuw begon de introductie in Europa van cacaobonen uit Centraal-Amerika. De Spaanse koningen, die toen heersten over de Lage Landen, zorgden ervoor dat cacao in hun rijk bekend werd. Aanvankelijk werden de cacaobonen gebruikt in een warme drank. In de 19de eeuw deed de chocoladereep haar intrede.

In 1857 opende de chocoladefabriek van Jean Neuhaus in Brussel haar deuren. Het was zijn kleinzoon die in 1912 de chocoladepraline ontwikkelde. Sindsdien is de praline een symbool geworden van Belgische zoetigheden en lekkernijen. Op het ogenblik telt België meer dan 2000 chocolatiers.

De wafels

Op het einde van de middeleeuwen werden voor de eerste keer wafels gebakken in Noord-Europa. Het meest bekend is de Luikse wafel, die suikerparels bevat en vaak in kraampjes langs de weg te koop wordt aangeboden. In restaurants worden Brusselse wafels als dessert geserveerd. De Brusselse wafel kenmerkt zich door zijn rechthoekige vorm en krokante korst.

De wafel wordt meestal geserveerd met fruit, ijs of slagroom. In België worden ook nog andere populaire wafels gebakken. Voorbeelden zijn de Vlaamse wafel, die rond en droog is, en de typisch Waalse quatre-quarts. Aan de quatre-quarts voegt men tevens melk toe, zodat de wafel zachter wordt.

De kazen

Net als Frankrijk kent ook België heel veel verschillende soorten kaas. Vanaf de middeleeuwen legden verschillende abdijen, verspreid over gans het land, zich toe op de productie van kaas. Er zijn ongeveer 50 variëteiten kaas in België, waaronder zachte, harde, halfharde (het meest vertegenwoordigd), blauwe of huttenkazen. Chimay, Orval, Saint-Feuillien en Westmalle behoren tot de meest bekende Belgische kaasmerken.

Spruitjes en witloof

België is de bakermat van twee groenten die thans wijdverspreid zijn in Europa: spruitjes en witloof. Geteeld vanaf de middeleeuwen, is de spruit een soort miniatuurkool die erg gunstig is voor de gezondheid. Witloof wordt onder de grond geteeld en is een zeer gegeerde cichoreisoort in een groot aantal Europese landen. Spruitjes werden in het midden van de 19de eeuw in Brussel verbouwd. In de loop der jaren begon het uitvoeren van spruitjes naar een veertigtal verschillende landen.

Wilt u dit rijke land van inventiviteit en creatie dat België is, zelf eens ontdekken? Om u te laten leven en wonen in dit prachtige land dat gekenmerkt wordt door een buitengewone vitaliteit, staat Engel&Völkers volledig tot uw beschikking.